Laat Terschelling 'zomaar' 2,5 miljoen Euro toeristenbelasting liggen?
De wijze waarop gemeenten de hoogte van hun tarieven toeristenbelasting bepalen is een interessante kwestie. Ter illustratie: de Gemeente Terschelling en Gemeente Zandvoort begrootten voor 2023 ongeveer 3,45 miljoen euro aan inkomsten uit toeristenbelasting (bron: COELO, 2023), maar met aanzienlijk verschillende tarieven.
Terschelling vs Zandvoort: stof tot nadenken
Terschelling rekent €1,92 per persoon per nacht, Zandvoort €3,30. De gelijke opbrengst van 3,45 miljoen betekent een flink verschil in het aantal overnachtingen: 1,8 miljoen voor Terschelling en 1,05 miljoen voor Zandvoort. Wanneer Terschelling hetzelfde tarief als Zandvoort zou hanteren, levert dit ca. 2,5 miljoen extra inkomsten op. Nu gaat het in deze post niet om een vergelijking tussen deze twee gemeenten, maar om de vraag: wat wegen gemeenten mee in het vaststellen van hun tarieven?
Worden tarieven gebaseerd op analyses van bezoekersaantallen, economische impactstudies, en lokale behoeften? Of worden deze tarieven meer intuïtief vastgesteld, door bijvoorbeeld een jaarlijkse (inflatie)correctie of politieke overwegingen?
Lokale context
Factoren als het type toeristen dat men aantrekt, de draagkracht van de lokale economie en de druk op voorzieningen en infrastructuur zijn relevant. Een eiland als Terschelling is een echte toeristische bestemming en wellicht terughoudend in het fors verhogen van het tarief om de lokale ondernemers daarmee niet tegen de borst te stuiten. Maar hoe zouden deze ondernemers er over denken, wanneer bijvoorbeeld de helft van de opbrengsten van de ‘extra’ verhoging naar een fonds zou gaan, waaruit zij subsidies kunnen ontvangen voor toeristische innovatie? Of het verduurzamen van hun accommodaties?
Tariefsbepaling is echter niet alleen een kwestie van financiële planning, maar ook van strategische positionering. Bij het overwegen van een verhoging zullen gemeenten ook rekening houden met de positie ten opzichte van andere bestemmingen; een (te) hoog tarief schrikt mogelijk bezoekers af, terwijl een te laag tarief minder inkomsten genereert, die ingezet kunnen worden voor verbeteringen in bijvoorbeeld de (toeristische) infrastructuur en duurzaamheid.
Toekomstperspectief en Beleidskeuzes
We naderen 2024, de tijd waarin de gemeenten in Nederland hun Verordening Toeristenbelasting weer publiceren. Uit de data tot nu toe blijkt dat de jaarlijkse (inflatie)correctie de leidende beleidskeuze is. Ik denk dat dat zonde is; er is een balans tussen “de toerist als melkkoe” enerzijds en de status quo anderzijds. Ik denk dat gemeenten meer ruimte hebben (dan ze zelf denken?) om toeristen bij te laten dragen aan de gemeentelijke ontwikkeling. Ook een blik op tarieven in andere Europese landen ondersteunt die gedachte.
Daarover later meer!