Toeristenbelasting in Nederland stijgt met 12% in 2025

Trippz bekeek ook de grootste stijgingen in absolute euro’s (verschil tussen 2024 en 2025). Daaruit rolt de volgende top 10:

1. Almere:                             van €7,30 naar €12,32 (+€5,02)
2. Heemstede:                    van €0 naar €5 (+€5,00)
3. Utrecht:                            van €10,22 naar €14,96 (+€4,74)
4. Haarlem:                          van €6,80 naar €10,56 (+€3,76)
5. Amsterdam:                    van €18,25 naar €22 (+€3,75)
6. Lansingerland:              van €0 naar €3,23 (+€3,23)
7. Laarbeek:                        van €0 naar €2,25 (+€2,25)
8. Nieuwkoop:                    van €0 naar €2,15 (+€2,15)
9. Zoetermeer:                   van €10,22 naar €12,32 (+€2,10)
10. Houten:                            van €6,80 naar €8,80 (+€2,00)

“In deze top 10 valt op dat sommige gemeenten voor het eerst toeristenbelasting invoeren en daarmee gelijk kiezen voor een relatief hoog tarief,” aldus Lambregts. “Daardoor ontstaan soms spectaculaire stijgingspercentages.”

“Gemeenten in de overige provincies lijken terughoudender te zijn in het toepassen van fors hogere tarieven. Voor deze gemeenten lijkt het in toenemende mate zo dat men toch ook onbenut belastingpotentieel laat liggen. Horeca, waaronder ook overnachtingen, zijn de afgelopen jaren fors duurder geworden, waardoor in gemeenten die hun tarief met slechts enkele centen verhogen, het relatieve belastingbedrag eigenlijk daalt’’ aldus Lambregts. ‘’In onze optiek is het voor gemeenten veel verstandig om over te stappen naar een procentuele heffing van de overnachtingsprijs, omdat je daarmee de belastinginkomsten koppelt aan de waarde van het economisch toeristische verkeer’’

“In het buitenland zien we een snel opkomende trend, dat digitale boekingsplatformen de verantwoordelijkheid bij wet opgelegd krijgen, om toeristenbelasting te innen en af te dragen voor de boekingen die zij verwerken’’ zegt Lambregts. ‘’In Frankrijk is dit sinds 2019 al zo, maar ook Italië staat op het punt vergelijkbare wetgeving in te voeren. Ook in Mexico en Canada hebben de boekingsplatformen deze plicht al. Wij verwachten in de komende jaren dat meer landen in Europa wetswijzigingen zullen introduceren, die dit mogelijk maken’’.

Ook zullen steeds meer gemeente overgaan naar een digitaal systeem voor het registreren en heffen van de toeristenbelasting, waarbij het real-time innen bij de gast (i.p.v. de logiesverstrekker) tot flinke efficiencywinst en toenemende inkomsten zal leiden.

Daarnaast zal het aantal gemeenten dat overstapt naar een heffing op basis van een percentage van de overnachtingsprijs verder toenemen. De systematiek van afrekenen is eenvoudiger dan een vast bedrag per nacht (vaak voor verschillende accommodatie typen een verschillend tarief) en gemeenten laten hun belastinginkomsten meegroeien met prijsstijgingen van overnachtingen.

Tot slot verwacht Lambregts dat de doorlopende discussie over te veel toeristen in hotspots als Venetië, Amsterdam, Florence, Barcelona en vele andere plaatsen tot aanvullende maatregelen gaat leiden. ‘’In Venetië begon het als een test op 29 geselecteerde dagen, in 2025 wordt dat aantal bijna verdubbeld naar 54 dagen. Ook is het tarief ‘’doorgaans 5 euro’’, maar als binnen 4 dagen een ticket wordt gekocht, bedraagt het tarief al 10 euro. Wij zien hier het onvermijdelijke begin van het verder beprijzen van de publieke ruimte. In Venetië is dit relatief eenvoudig, doordat volledig door water omgeven is. Maar dat een plaatsje als Lauterbrunnen in Zwitserland het ook al overweegt (geïnspireerd door Venetië) is wat ons betreft een teken aan de wand’’